Ik zit lekker te genieten van het zonnetje terwijl Julie (mijn hond) dolle pret heeft in en rond haar favoriete poel in het bos.
Ik observeer het leven in de poel: de kikkertjes die verschrikt in het water springen, de waterjuffers en de libellen die als ware luchtacrobaten ongestoord hun jacht vervolgen, de kikker die onbeweeglijk in het water op de loer staat voor een argeloze prooi die te dichtbij komt, de buizerd die hoog in de lucht zich kenbaar maakt. Het doet mij enorm deugd om naar die bedrijvigheid die het leven heet, te kijken. Ik geniet en laat al de rest los.
Plots trekt een libel mijn aandacht. Ze vliegt rond mij, benadert mij, schiet weg en komt plots voor mijn gezicht staan.
Hoe wonderlijk. Ze vliegt weg en komt even plots terug recht voor mijn gezicht hangen. Haar hoofdje niet helemaal rond noch helemaal vierkantig. Ze observeert mij. Ik observeer haar. Haar lange, slanke lijf blauw, groen, geel, zwart weerspiegelt alle kleurschakeringen. Haar twee paar vleugels zo fijn en toch zo krachtig. Prachtig!
Prachtig is het hoe het licht in verschillende fragmentjes valt en weerkaatst wordt. Niets is helemaal hoe het lijkt. Valt het licht zó, dan zie je dit. Valt het licht anders op dat lijfje, dan zie je iets anders. Illusie.
Illusie. Niets is helemaal hoe je denkt dat het is. Het hangt af hoe het licht er op valt.
Er komt een moment in het leven dat je geconfronteerd wordt met bepaalde van je overtuigingen die illusies blijken te zijn. Illusies uit zelfbescherming, misschien? Zij hebben hun nut gehad, maar er komt een tijd dat die illusies je beperken in je doen en laten, in je denken en je voortgang.
Hoogtijd dat libel haar opwachting maakt in je leven. Tijd voor het doorbreken van de illusies. Het licht valt altijd anders en dus kan het niet anders zijn dat alles en altijd verandert. De troost die je kan hebben, is de wetenschap dat na het doorbreken van een illusie (een belemmerende overtuiging), je een stap dichter bij je ware kern komt. Zo laat je iedere keer je eigen licht wat sterker schijnen.